Geneesmiddelen uit plasma

Geneesmiddelen uit plasma

In de plasmafabriek van Sanquin worden geneesmiddelen gemaakt. Levensreddend voor patiënten binnen én buiten Nederland. Hoe zit dat eigenlijk? Een interview met Bloedbank-directeur Jeroen de Wit.

Waarom maakt Sanquin eigenlijk zelf geneesmiddelen? Daar zijn toch genoeg commerciële farmaceutische bedrijven voor?
Jeroen de Wit: ‘Sommige geneesmiddelen kunnen alleen uit bloed of plasma worden gemaakt. Denk aan sommige stollingsfactoren of aan afweerstoffen. Deze geneesmiddelen zijn levensreddend. De minister van Volksgezondheid wil de voorziening van deze geneesmiddelen voor Nederlandse patiënten veilig stellen, door de productie hiervan uit veilig, vrijwillig gegeven plasma en bloed bij Sanquin te leggen.’

Waarom is het zo belangrijk dat Nederland zelfvoorzienend kan zijn? Aanbod genoeg toch vanuit de farmaceutische industrie?
Er zijn inderdaad veel grote, commerciële farmaceutische bedrijven in allerlei landen actief. Maar in tijden van tekorten – dat komt voor – gaat het geneesmiddel naar die landen die de hoogste prijs betalen. De minister van Volksgezondheid wil voorkomen dat Nederlandse patiënten daardoor aan het kortste eind zouden trekken. Daarom heeft Sanquin naast de Bloedbank ook een plasmafabriek waar Sanquin zelf geneesmiddelen maakt. Zo garandeer je dat er voldoende geneesmiddelen beschikbaar blijven.

Nederlandse patiënten kunnen er dus van op aan dat Sanquin zorgt voor voldoende betaalbare geneesmiddelen. Maar hebben ziekenhuizen nog wel keuze?
Jazeker. Omdat het geneesmiddelen zijn die vallen onder Europese regels, werken we met open grenzen en bieden we de geneesmiddelen aan in concurrentie met andere bedrijven. Het ziekenhuis kan daarmee kiezen voor geneesmiddelen van Sanquin, waarbij het plasma van vrijwillige Nederlandse donors gebruikt is. Maar ook  voor geneesmiddelen van andere bedrijven, gemaakt uit ander Europees plasma, of uit het plasma van betaalde Amerikaanse donors.

Sanquin maakt zelf naast geneesmiddelen voor Nederlandse patiënten, ook geneesmiddelen voor de Verenigde Staten. Hoe zit dat?
Dat doen we juist om de voorziening in Nederland te kunnen garanderen. Om die geneesmiddelen kosteneffectief te kunnen maken heb je een fabriek nodig met een bepaalde schaalgrootte. Daarom hebben we ervoor gekozen om diezelfde fabriek ook te gebruiken om ook uit ander plasma geneesmiddelen te maken voor andere bedrijven die dat elders op de markt brengen. Zo wordt de fabriek optimaal gebruikt en blijven de kosten voor Nederlandse geneesmiddelen lager.

Dan verwerkt Sanquin dus plasma uit het buitenland tot een geneesmiddel voor het buitenland?
Ja, dat klopt. Er komt bijvoorbeeld diepgevroren plasma uit Amerika waarvan wij een geneesmiddel of een halfproduct maken en dat terugsturen. Zo heeft farmaceut Baxter ons gevraagd om voor hun een deel van de bewerking op hun plasma te doen, omdat ze zelf te weinig capaciteit hebben.

Een bijzondere samenwerking is met Shire. In de jaren tachtig hebben wij een geneesmiddel gevonden voor een heel zeldzame ziekte waarbij plotseling het weefsel kan opzwellen. Als dat gebeurt bij de bovenste luchtwegen, kun je daardoor stikken. Dat geneesmiddel hebben we oorspronkelijk alleen op hele kleine schaal voor de 20 tot 50 patiënten in Nederland gemaakt. In Amerika was zo’n middel er niet, daarom klopte de patiëntenorganisatie bij ons aan. Samen met een kleine Amerikaanse firma hebben we dit geneesmiddel ook voor Amerikaanse patiënten beschikbaar gemaakt. De vraag is zo groot geworden, dat we nu in samenwerking met Shire uit Amerikaans plasma voor de Amerikaanse markt en voor andere landen ook dit zogenaamde weesgeneesmiddel maken.

Weesgeneesmiddel? Wat betekent dat?
Zo noemen we bijzondere geneesmiddelen die niemand anders maakt. Andere fabrikanten hebben er nooit in geïnvesteerd omdat de inschatting was dat de verdiensten daarop onvoldoende zouden zijn. Zonder Sanquin zouden patiënten niet over dit levensreddende geneesmiddel kunnen beschikken.

Er is wel eens kritiek op de monopoliepositie die Sanquin zou hebben. Sanquin krijgt gratis bloed en maakt daar dure geneesmiddelen uit die ziekenhuizen verplicht moeten afnemen. Klopt die gedachtegang?
Die klopt slechts voor een klein deel. Voor de kort houdbare bloedproducten, die direct in het ziekenhuis via een infuus aan de patiënt gegeven worden, heeft Sanquin in Nederland inderdaad een monopolie. Dat is, met Duitsland als uitzondering, in alle Europese landen zo geregeld. Voor wat betreft de geneesmiddelen levert de Bloedbank Sanquin het plasma intern aan het eigen plasmageneesmiddelenbedrijf. Maar dat gebeurt niet gratis. Het ministerie van Volksgezondheid bepaalt de prijs en bewaakt dat deze marktconform is. Dat wordt streng gecontroleerd. Er is dus geen sprake van oneerlijke concurrentie. En ook geen sprake van een monopolie.

Plasma dat wij Nederlandse donors vrijwillig geven, gaat dus niet als geneesmiddel de grens over?
Het plasma dat we in Nederland inzamelen is het plasma dat nodig is voor de productie van geneesmiddelen voor de Nederlandse ziekenhuizen. Daarmee lukt het om het meest gevraagde geneesmiddel (afweerstoffen) in Nederland te kunnen leveren. De waardevolle delen uit plasma die overblijven, exporteren we naar andere landen, vooral in Europa. Zodat ze niet verloren gaan maar ook daar als levensreddend medicijn voor patiënten beschikbaar komen. De baten daarvan stromen terug naar Sanquin dat deze weer gebruikt voor onderzoek.

Tot slot, wat is in die ingewikkelde farmaceutische markt de kracht van Sanquin?
De hele keten van donor tot geneesmiddel is bij ons in een not for profitorganisatie ondergebracht, waar heel veel kennis samenkomt. Dat maakt de kwaliteit van de producten hoog en wij leveren heel veel kennis bij het geneesmiddel zodat het optimaal gebruikt wordt voor de patiënt. Daarbij werken wij met bloed van onbetaalde donors waarmee de veiligheid van de bloedproducten beter gegarandeerd wordt. En wij maken geneesmiddelen in een not for profitomgeving. Er zijn geen aandeelhouders die de winst opstrijken. Alle baten blijven binnen Sanquin en worden opnieuw geïnvesteerd in de verbetering van de bloedtransfusie en onderzoek naar geneesmiddelen.